Een zieke werknemer behaalt 100% loonwaarde tijdens het re-integreren in spoor 1 en toch legt UWV na de WIA-aanvraag een loonsanctie op aan de werkgever. Dat blijkt uit een recente uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, die de door UWV opgelegde loonsanctie in stand houdt.
In deze zaak draait het om een vrouw die 24 uur per week als verkoopmedewerker binnendienst werkzaam is. Op 11 juni 2018 meldt ze zich ziek en na bijna twee jaar arbeidsongeschiktheid vraagt de vrouw een WIA-uitkering aan. Bij het beoordelen van de re-integratie stelt een arbeidsdeskundige van UWV vast dat de re-integratie inspanningen van de werkgever onvoldoende zijn geweest en dat hier geen deugdelijke grond voor is. Om die reden legt UWV de werkgever van de vrouw een loonsanctie op. Tot zover is er niks bijzonders aan de hand, dit komt namelijk met grote regelmaat voor.
100% loonwaarde
Opvallend aan deze zaak is dat de vrouw 100% loonwaarde heeft behaald tijdens het re-integreren in spoor 1. De volledige loonwaarde is behaald doordat de vrouw tijdens de ziekteperiode volledig vanuit huis is gaan werken. Is het doel van het re-integreren niet behaald met 100% loonwaarde? Zo ziet UWV dat in dit geval niet. Het probleem is namelijk in dat de werkgever niet wil dat er volledig thuisgewerkt wordt en het volledig thuiswerken na 104 weken niet wil continueren. Volgens UWV is de werkhervatting hierdoor niet structureel. Het volledig thuiswerken werd door de werkgever namelijk tijdelijk en in het kader van de re-integratie toegestaan. Dit maakt dat hij onderzoek had moeten doen naar andere (structurele) mogelijkheden in spoor 1 en een spoor 2 traject had moeten opstarten.
Hoger beroep
De werkgever is het niet eens met de loonsanctie en procedeert tot de Centrale Raad van Beroep in Utrecht. Deze hoogste rechtbank voor sociale zekerheidskwesties volgt echter de argumentatie van UWV en stelt dat het uitvoeringsinstituut terecht heeft geconcludeerd dat er geen sprake is van een bevredigend re-integratieresultaat. Gelet op het feit dat de werkgever ook tijdens de zitting bij de Raad heeft bevestigd dat hij niet bereid is om de vrouw na 104 weken volledig vanuit huis te laten werken maakt dat er voldoende aanknopingspunten zijn voor de conclusie dat de werkneemster na de loondoorbetalingsperiode niet in het aangepast eigen werk kon blijven werken. Dit maakt dat de werkhervatting niet structureel is en dat de werkgever verder had moeten kijken dan alleen loonwaarde en had moeten nadenken over (aangepast) werk dat ook na 104 weken structureel uitgevoerd had kunnen worden.
Kortom: werkgevers moeten zich niet alleen blindstaren op de behaalde loonwaarde maar ook aandacht besteden aan het structurele karakter van de werkzaamheden. UWV is onverbiddelijk met betrekking tot het beoordelen van het re-integratiedossier en wordt op eerder genoemde punt gesteund door de rechtbank en Centrale Raad van Beroep. Ook als er 100% loonwaarde is behaald.
Uitspraak: ECLI:NL:CRVB:2024:1567