De Centrale Raad van Beroep heeft op 2 april 2024 geoordeeld dat alleen een inhoudelijk belang nog een geldige reden is om een procedure voort te zetten. Wie alleen doorprocedeert om de kosten voor zijn of haar bezwaarprocedure te verhalen zal niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit betekent dat de zaak niet in behandeling wordt genomen.
Tot nu toe was het mogelijk om in hoger beroep te gaan tegen een beslissing van de bestuursrechter, zelfs als je inhoudelijk geen gronden meer had. Dat kon bijvoorbeeld om de gemaakte kosten te verhalen, wat voldoende procesbelang opleverde. Door de uitspraak van de Raad verandert dit per direct.
Als er geen inhoudelijk belang meer is bij het beoordelen van een zaak dan is er
ook geen procesbelang meer.
Uitzondering
Er geldt nog wel een uitzondering. Het kan voorkomen dat een bestuursorgaan iemand in bezwaar gelijk geeft en het besluit herroept, maar geen of een te lage vergoeding voor de bezwaarkosten toekent, terwijl daar wel om was gevraagd. In dat geval staat dus al vast dat het bestuursorgaan een onjuist besluit heeft genomen. In dit geval kun je wel bij de rechter procederen over de vergoeding van de bezwaarkosten.
Koerswijziging
De Raad geeft als verklaring voor deze koerswijziging dat het wil voorkomen dat de rechter een inmiddels achterhaald geschil volledig inhoudelijk moet beoordelen. Dat leidt tot een ondoelmatige inzet van de schaarse capaciteit binnen de bestuursrechtspraak. Doorprocederen met als enig doel het om een vergoeding te krijgen voor de procedures vindt de Centrale Raad van Beroep daarom ongewenst.