Wie zich niet houdt aan de plichten die horen bij een WIA-uitkering kan geconfronteerd worden met een maatregel. Deze maatregel kan niet alleen door UWV worden opgelegd maar ook door eigenrisicodragende (voormalig) werkgevers. Het komt geregeld voor dat mensen zich niet aan hun plichten houden – door zich bijvoorbeeld niet medisch te laten behandelen of door niet mee te werken aan re-integratie – waardoor hun uitkering wordt verlaagd. Onlangs kwam deze situatie voor bij de Centrale Raad van Beroep, de hoogste rechtbank voor sociale zekerheidsrecht. Die oordeelde dat een eigenrisicodragende werkgever terecht de uitkering van een voormalig werknemer met 25% heeft gekort voor de duur van vier maanden.
Niet meewerken aan re-integratie
In deze procedure draait het om een man die sinds eind 2018 een WGA-uitkering ontvangt. Een klein jaar later neemt een casemanager van de verzekeraar van de eigenrisicodragende werkgever contact met de man op om te melden dat er regelmatig contact met hem gelegd gaat worden. De casemanager wil onder meer contact om te onderzoeken of er arbeidsmogelijkheden zijn of dat die kunnen worden uitgebreid. Ook ontvangt de man een vragenlijst die hij moet invullen.
In maart 2020 meldt de verzekeraar dat de man meerdere keren niet heeft voldaan aan het contactverzoek en dat er verdere acties zullen worden genomen waarover hij schriftelijk zal worden geïnformeerd. De eigenrisicodragende werkgever verzoekt de man vervolgens per aangetekende brief om alsnog medewerking te verlenen aan de re-integratie, door tijdig contact op te nemen met de casemanager van de verzekeraar en het vragenformulier ingevuld in te sturen. Ook laat de werkgever weten dat hij een maatregel zal opleggen als de man wederom niet meewerkt.
Bezwaar en beroep
De man reageert niet waardoor de werkgever een paar weken later een maatregel oplegt en de uitkering vier maanden met 25% verlaagt. Nu komt de man wel in actie. Hij maakt bezwaar tegen de maatregel maar dat haalt niets uit. De maatregel blijft van kracht. Hierna stapt hij naar de bestuursrechter. Die verklaart het beroep ongegrond. De rechter stelt dat de man verplicht was om mee te werken aan activiteiten die zijn gericht op zijn re-integratie of het verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid. Van hem mocht dus verlangd worden dat hij mee zou werken aan het contactverzoek van de casemanager van de verzekeraar en dat hij zou meewerken aan de voorschriften, zoals het insturen van een vragenlijst.
Hoger beroep
Na zijn beroepsprocedure te hebben verloren legt de man zijn zaak voor aan de Centrale Raad van Beroep in Utrecht. Hier voert hij aan dat de maatregel ten onrechte aan hem is opgelegd. Het zit hem ook in Utrecht niet mee, want de Raad geeft de man geen gelijk. De Raad stelt en bevestigt wederom dat de man verplicht was om mee te werken aan de contactverzoeken en wat er van hem in het kader van re-integratie verlangd werd. Hiervoor verwijst hij naar de artikelen 29 en 42 van de Wet WIA. Door dit na te laten was de eigenrisicodragende werkgever bevoegd om een maatregel op te leggen en de uitkering voor een periode van vier maanden te verlagen.