Een cosmetisch arts die vanwege psychische klachten een WIA-uitkering ontving moet 133.000 euro terugbetalen aan UWV. De Centrale Raad van Beroep vindt de intrekking en terugvordering van de WIA-uitkering – die de man ontving als gevolg van volledige arbeidsongeschiktheid – door UWV terecht. Net als de rechtbank is de Centrale Raad van Beroep van oordeel dat UWV op grond van onderzoeksgegevens aannemelijk heeft gemaakt dat de man over de periode van 1 januari 2012 tot en met 20 februari 2018 werkzaamheden heeft verricht die hem inkomen opleverde.
Professionele behandelruimte
De arts heeft in een schuur naast zijn huis een professionele behandelruimte en voert daar cosmetische behandelingen uit. Een medewerker van UWV doet in 2017 een fraudemelding nadat er geconstateerd is dat hij werkzaamheden als cosmetisch arts verricht. Tijdens een bezoek aan zijn woning ontdekken fraudeonderzoekers van UWV dat de man in operatieberoepskleding bezig is met een consult c.q. behandeling van een vrouw. Hiervoor adverteert hij op Facebook en via zijn website waarop tarieven staan. Ook worden er vanaf 2012 wekelijks of maandelijks betalingen op zijn rekening aangetroffen met de omschrijving ‘behandeling’. Ook is op bankafschriften te zien dat de man vanaf 2012 verschillende uitgaven heeft gedaan voor het aanschaffen van behandelspullen en medische apparatuur.
Tijdens de verhoren stelt de man echter dat hij geen geld heeft ontvangen. Hij beschouwt zijn activiteiten als hobby. Daarnaast stelt de man dat hij als gevolg van zijn slechte gezondheid niet in staat is tot het verrichten van werkzaamheden. Ook vindt hij dat verzekeringsartsen vooringenomen zijn met betrekking tot het beoordelen van zijn gezondheidsomstandigheden.
Beëindiging uitkering en terugvordering
Na afronding van het fraudeonderzoek trekt UWV de uitkering in. Ook vordert het uitvoeringsinstituut €133.282,17 aan ten onrechte ontvangen WIA-uitkering terug. UWV stelt dat er sprake is van op geld waardeerbare activiteiten en die had de man uit eigen beweging moeten melden. Hij heeft zich immers te houden aan de inlichtingenplicht, een plicht die geldt voor iedere ontvanger van een WW-, Ziektewet- of WIA-uitkering.
Procedures
De arts maakt bezwaar tegen de beslissingen van UWV maar verliest de bezwaarprocedure. Ook bij de bestuursrechter haalt de man bakzeil. De rechter vindt dat de man werkzaamheden heeft verricht die hij had moeten melden zodat UWV het uitkeringsrecht opnieuw had kunnen vaststellen. Omdat UWV als gevolg van het niet nakomen van de inlichtingenverplichting het recht op een uitkering niet kon vaststellen heeft UWV de WIA-uitkering over de periode van 1 januari 2012 tot en met 20 februari 2018 terecht ingetrokken. Ook de terugvordering van €133.000 is terecht volgens de rechter. Er is daarbij geen dringende reden om van deze terugvordering af te zien.
Met betrekking tot het beoordelen van zijn gezondheid door UWV heeft de arts niet onderbouwd waaruit bevooroordeling of vooringenomenheid door artsen van UWV zou blijken. De man wordt om die reden niet gevolgd in zijn standpunt. Tot slot heeft de rechter ook terecht overwogen dat de man zijn standpunt dat hij tot de werkzaamheden niet in staat was en dat UWV zijn gezondheidstoestand onjuist heeft beoordeeld niet heeft onderbouwd met objectiveerbare medische gegevens.
Beslissing Centrale Raad van Beroep
De Centrale Raad van Beroep is het eens met de beslissingen die in bezwaar en beroep zijn genomen door UWV en de bestuursrechter. Dat maakt dat de man wederom in het ongelijk gesteld wordt en dat hij zijn schuld aan UWV de komende jaren zal moeten afbetalen.
Uitspraak: ECLI:NL:CRVB:2023:1864