ABN AMRO heeft een man die arbeidsongeschikt was en lijdt aan het syndroom van Asperger onterecht op staande voet ontslagen. Volgens het gerechtshof had de bank hem – gezien zijn psychische omstandigheden – extra moeten begeleiden met betrekking tot de veranderde werkwijze op zijn afdeling. Mede gelet op de persoonlijke omstandigheden en de duur van het dienstverband was er geen sprake van een dringende reden die het ontslag op staande voet rechtvaardigt.
Arbeidsongeschikt
In deze zaak gaat het om een man die werkt als KYC Officer CB/Domain Expert 1 DFC (Detecting Financial Crime) en lijdt aan het syndroom van Asperger, dat onderdeel is van het autismespectrum. Hiervoor wordt de man al enkele jaren behandeld en de werkgever is bekend met het gegeven dat de man deze diagnose heeft.
Begin 2020 krijgt de man een fietsongeluk en moet hij re-integreren. Tijdens het re-integreren haalt bij een bepaalde deadline niet en ook andere afspraken komt de werknemer niet na. Hierna wordt er een verbetertraject opgestart. Na een val van een trap als gevolg van een interne bloeding raakt de man 100% arbeidsongeschikt en adviseert de bedrijfsarts een geleidelijke opbouw in passend werk. Routinematig en zonder druk of stress. Al snel blijkt dat de man de aan hem opgedragen werkzaamheden niet naar tevredenheid van zijn werkgever kan uitvoeren. Dit komt mede door de veranderingen die op dat moment plaatsvinden op de afdeling èn het gegeven dat mensen met Asperger meer dan gemiddeld moeite hebben met veranderingen. De werknemer geeft aan zich niet bewust te zijn van de fouten die hij heeft gemaakt en dat hij moeite heeft met de veranderingen. Hierna verschijnt hij niet op afspraken met zijn werkgever waarna hij uiteindelijk op staande voet wordt ontslagen.
Aanvechten ontslag
De werknemer laat het er niet bij zitten en vecht zijn ontslag aan bij de kantonrechter. Die maakt het ontslag ongedaan en stelt dat ABN AMRO de man weer ‘te werk moet stellen’. Werkgever ABN AMRO is het op haar beurt niet eens met deze beslissing en tekent hoger beroep aan.
Beslissing gerechtshof
Het gerechtshof weegt bij het nemen van zijn beslissing af dat de man zo’n twintig jaar goed heeft gefunctioneerd en dat de man ten tijde van het re-integreren 90% arbeidsongeschikt was. Daar komt bij dat het bekend is dat mensen met Asperger moeite hebben met veranderingen en dat zij conflict vermijdend zijn en vluchtgedrag kunnen vertonen wanneer het omgaan met veranderingen lastig voor ze wordt. Ook diende de werknemer op advies van de bedrijfsarts afgebakende, routinematige en stressarme passende werkzaamheden te verrichten.
Alles afgewogen maakt dat het gerechtshof oordeelt dat het ontslag niet in stand kan blijven en dat de kantonrechter de juiste beslissing heeft genomen. Ook maakt het gerechtshof duidelijk dat ABN AMRO de werknemer – gelet op zijn psychische aandoening – extra had moeten begeleiden. Het was immers bekend dat de werknemer Asperger heeft. Daarnaast was er geen sprake van redelijke instructies en zou de werkgever de druk tijdens het re-integreren hebben opgevoerd door lastige gesprekken te voeren, confronterende e-mailberichten te sturen en deadlines op te leggen. Zelfs nadat de man duidelijk had aangegeven dat hij moeite had met de druk.
Uit alles blijkt dat er geen sprake is van een toerekenbare tekortkoming van de werknemer, laat staan van een tekortkoming die ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt en evenmin van verwijtbaar handelen. Ook is er geen sprake van – zoals dat heet – een voldragen D-grond (ontslag wegens disfunctioneren).
Uitspraak: ECLI:NL:GHAMS:2023:1721