Het niet opvolgen van het advies van de bedrijfsarts om met de werkgever in gesprek te gaan en het niet meewerken aan het vinden van een oplossing voor een arbeidsconflict heeft geleid tot terecht ontslag. Dit heeft het gerechtshof begin dit jaar geoordeeld. Omdat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen door de werknemer is de werkgever geen transitievergoeding verschuldigd.
Niet meewerken…
In deze zaak draait het om een werknemer die werkzaam is als category manager. In juni 2020 dient de man bij de afdeling personeelszaken een klacht in over zijn leidinggevende, zijn rol binnen zijn team, de werkdruk en zijn salaris. De werkgever neemt de klachten serieus en arrangeert een gesprek dat niet tot een gewenste oplossing leidt. Hierna meldt de man zich ziek.
Volgens de bedrijfsarts is er sprake van een arbeidsconflict waarbij het advies wordt uitgebracht om met elkaar over het conflict in gesprek te treden en om te starten met re-integreren. De werknemer laat vervolgens niks van zich horen en verschijnt niet op een afspraak met de werkgever. De werkgever kondigt een loonstop aan en nodigt de man nogmaals uit voor een gesprek waarop de werknemer reageert dat hij niet kan verschijnen wegens ziekte.
De werkgever vraagt hierna een deskundigenoordeel aan bij UWV. Die stelt hetvolgende: “[…] Van werknemer kan in redelijkheid worden verwacht, dat deze meewerkt aan zijn re-integratie. Voor dit oordeel ligt het advies van de bedrijfsarts ten grondslag: werknemer is belastbaar en re-integratie kan plaatsvinden.” en “De re-integratie-inspanningen van de werknemer zijn over de periode 7 december 2020 tot datum aanvraag 6 april 2021 onvoldoende.”
Na overleg met de bedrijfsarts doet de werkgever een voorstel aan de werknemer om een mediationtraject te starten met als doel de relatie te verbeteren. Hier heeft de werknemer niet op gereageerd.
Ontslagverzoek
De werkgever is het na al zijn inspanningen zat en verzoekt de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst per direct te ontbinden wegens ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer en een verstoorde arbeidsverhouding. Tijdens het behandelen van de zaak verschijnt de werknemer overigens niet op de zitting en voert hij ook geen verweer.
De kantonrechter besluit uiteindelijk om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Er is sprake van ernstig verwijtbaar handelen door de werknemer door de aanwijzingen van de bedrijfsarts niet op te volgen en te weigeren om met de werkgever in gesprek te gaan over het tussen hen bestaande arbeidsconflict.
Hoger beroep
De werknemer laat het er niet bij zitten en gaat in hoger beroep bij het gerechtshof. Hij stelt dat er wel sprake is van enige verstoring van de arbeidsrelatie maar niet zodanig dat dit tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst kan leiden. Uit de stukken blijkt echter dat de werkgever zich goed heeft ingespannen om tot een oplossing te komen. Het was de werknemer die nergens aan mee wilde werken of nergens op reageerde.
Het gerechtshof vindt dat de man terecht is ontslagen en wijst net als de kantonrechter geen transitievergoeding toe. Ook de geclaimde billijke vergoeding van €95.000 (!!) gaat aan de neus van de man voorbij. Het gerechtshof oordeelt dat de werknemer niet duidelijk heeft kunnen maken wat de werkgever (ernstig) valt te verwijten. Al met al oordeelt het gerechtshof dat de verstoring van de arbeidsverhouding niet het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen door de werkgever.
Doordat de man het hoger beroep heeft verloren moet hij bijdragen aan de proceskosten die zijn voormalig werkgever heeft gemaakt. Hij verliest hierdoor niet alleen zijn hoger beroep maar ook nog eens een kleine €3000.
Deze zaak maakt wederom duidelijk dat er duidelijke consequenties zijn verbonden aan het niet opvolgen van aanwijzingen van de bedrijfsarts en het niet meewerken aan het vinden van een oplossing voor een arbeidsconflict.
Relevante wetsartikelen
Artikel 7:669 lid 3 sub e, g en i BW
Artikel 7:671b lid 6 BW
Artikel 7:683 lid 3 BW
artikel 7:673 lid 7, aanhef en sub c BW
Uitspraak: ECLI:NL:GHAMS:2022:3661