Het kabinet neemt maatregelen met betrekking tot het concurrentiebeding. Dit beding om bedrijfsbelangen en werkgevers te beschermen beperkt mensen in mobiliteit op de arbeidsmarkt en dat is – zeker in tijden van arbeidsmarktkrapte – niet wenselijk. Ook nemen veel werkgevers een concurrentiebeding op in een arbeidsovereenkomst terwijl dit niet nodig is. Het kabinet heeft daarom besloten het concurrentiebeding te moderniseren.
Minister Karien van Gennip (CDA) wil dat het op voorhand duidelijker wordt wanneer een concurrentiebeding kan worden opgenomen en ingeroepen door een werkgever. Dit voorkomt ook een gang naar de rechter. Daarom is ze van plan de volgende wijzigingen uit te werken in een wetsvoorstel:
- Het concurrentiebeding wordt wettelijk begrensd in duur;
- Het concurrentiebeding moet geografisch worden afgebakend, specifiek en gemotiveerd in het contract;
- De werkgever moet in vaste contracten het zwaarwichtig bedrijfsbelang van een concurrentiebeding motiveren (dit geldt al voor tijdelijke contracten);
- Als een werkgever een vertrekkende werknemer aan het concurrentiebeding houdt, moet de werkgever een vergoeding betalen aan de werknemer. Dit wordt een wettelijk bepaald percentage van het laatstverdiende salaris. Zo’n vergoeding zorgt ervoor dat werkgevers goed nadenken voordat ze het concurrentiebeding opnemen en inroepen.
Was dit artikel nuttig voor je?
Dankjewel voor je mening!