Een werkgever die bij zijn werkneemster een loonstop toepaste deed dat onterecht volgens de kantonrechter in Rotterdam. Wat er in deze zaak speelde bespreek ik in deze blog.
Een vrouw die werkzaam is als schoonmaakster valt begin 2022 ziek uit en de bedrijfsarts stelt dat ze nog geen arbeidsmogelijkheden heeft. Wel krijgen werkgever en werknemer het advies mee om regelmatig koffiemomenten met elkaar te houden. Hier ontstaat op een gegeven moment discussie over. De werkneemster vindt dat deze afspraken onder werktijd moeten vallen maar de werkgever – die de werkzaamheden van de vrouw overneemt – is pas vanaf 18:30 beschikbaar. De vrouw weigert om op dit tijdstip af te spreken waarna de werkgever een loonstop toepast.
De vrouw ziet zich genoodzaakt een kort geding aan te spannen om de loonsanctie van tafel te krijgen. Dat lukt haar. De kantonrechter stelt dat het afstemmen van de tijd voor koffiemomenten moet aansluiten bij de werktijden van de werkneemster voorafgaand aan haar ziekteverzuim. Ook is niet gebleken dat er naar een alternatief is gezocht, bijvoorbeeld in de vorm van een digitaal koffiemoment. Tevens acht de kantonrechter voldoende gebleken dat de werkneemster niet heeft geweigerd om het advies tot het houden van koffiemomenten op te volgen. Wel heeft zij op een gegeven moment geweigerd om (pas) rond 18:30 uur af te spreken met haar werkgever in verband met haar persoonlijke situatie.
De slotconclusie is dan ook dat de werkgever de loonstop onterecht heeft toegepast omdat de vrouw onder de gegeven omstandigheden in redelijkheid mocht weigeren om ’s avonds af te spreken.
Uitspraak: ECLI:NL:RBROT:2023:3454