Het Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg vindt dat het gebruik van een inzetbaarheidsprofiel (IZP) beter is dan het inzetten van een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) bij het vaststellen van beperkingen voor arbeid. Het college stelt in deze zaak voorop dat de bedrijfsarts in kwestie het zich door het gebruik van de FML onnodig moeilijk heeft gemaakt. Hij merkt daar het volgende over op: ”De FML is in het bijzonder bestemd voor de verzekeringsarts in het kader van een beoordeling door het UWV. De verzekeringsarts geeft in de regel bij een FML ook een aparte toelichting, die de bedrijfsarts hier niet heeft gebruikt. Voor gebruik door bedrijfsartsen is het zogenoemde inzetbaarheidsprofiel geschikter. Dat inzetbaarheidsprofiel geeft meer mogelijkheden tot nuancering dan een FML en bovendien kan daarin (anders dan bij een FML) wel melding worden gemaakt van een zodanig marginale belastbaarheid, dat spoor 2 als niet haalbaar buiten beschouwing kan worden gelaten.”
Voor bedrijfsartsen is het goed te weten dat ze bij het gebruik maken van de FML deze niet in moeten vullen alsof ze een verzekeringsarts zijn.