Een voormalig docente lichamelijke opvoeding van een Limburgse scholengemeenschap heeft recht op een (billijke) vergoeding van €197.000 en €10.000 immateriële schadevergoeding. Dit heeft – in navolging van de kantonrechter – het gerechtshof in Den Bosch onlangs bepaald.
Onveilige werkplek
De gymdocente ervaart op haar werkplek (ernstige) seksuele intimidatie en pestgedrag van o.a. een nieuwe sectieleider. Niet alleen wordt ze door hem en collega’s aangesproken met het Slavische ‘picka’, wat in het Nederlands overeenkomt met ‘kutje’, ook vraagt de sectieleider aan haar of ze zijn geslachtsdeel wil vasthouden en wordt ze in aanwezigheid van collega’s valselijk beticht.
De vrouw meldt zich ziek en dient meerdere keren een klacht in maar de werkgever gaat hier niet op de juiste manier mee om. Zo worden de adviezen van de eigen externe klachtencommissie niet of nauwelijks opgevolgd.
Re-integratie en WIA
Ook de re-integratie verloopt niet goed waardoor UWV bij de WIA-aanvraag een loonsanctie oplegt aan de werkgever. Het bezwaar dat hij hier tegen maakt wordt vervolgens ongegrond verklaard. Ook een opvolgend bekortingsverzoek wordt door UWV afgewezen. Uiteindelijk krijgt de vrouw een WIA-uitkering toegewezen en wordt haar arbeidsovereenkomst door middel van een door UWV afgegeven ontslagvergunning beëindigd.
Citaat uit het deskundigenoordeel afgegeven door UWV
Procedure
De vrouw besluit een procedure te starten tegen haar voormalig werkgever en boekt succes bij de kantonrechter. Hoewel de gewenste billijke vergoeding van ruim €500.000 door de kantonrechter flink naar beneden wordt bijgesteld krijgt ze deze vergoeding wel toegewezen. Volgens de kantonrechter heeft de werkgever namelijk ernstig verwijtbaar gehandeld cq. nagelaten wat een billijke vergoeding rechtvaardigt. Een werkgever hoort immers te zorgen voor een veilige werkomgeving.
Hoger beroep
De scholengemeenschap is het o.a. niet eens met de toegewezen billijke vergoeding en gaat in hoger beroep bij het gerechtshof in Den Bosch. Het mag niet baten, de werkgever haalt bakzeil.
Het gerechtshof kan zich namelijk grotendeels vinden in de conclusies van de kantonrechter wat maakt dat de vrouw recht heeft op een forse vergoeding, een behoorlijke aderlating voor de werkgever. Wel geeft het gerechtshof aan dat de vrouw zich zal moeten gaan inspannen om uit de uitkeringssituatie te komen. Ze wordt niet gevolgd in haar standpunt dat het haar niet meer zal gaan lukken om uiteindelijk weer als docent (of een vergelijkbaar beroep) te gaan werken en dat zij nooit meer aan de slag komt tot haar pensioengerechtigde leeftijd. Wel is het gerechtshof van oordeel dat het voor de vrouw heel moeilijk zal zijn om weer het inkomensniveau te bereiken dat zij had bij haar voormalig werkgever, als haar dat al volledig gaat lukken.
Uitspraak: ECLI:NL:GHSHE:2023:1522