Gistermorgen heeft de Centrale Raad van Beroep in Utrecht bepaald dat UWV de door hen verstrekte WIA-voorschotten voor zieke medewerkers niet mocht verhalen op een schoonmaakbedrijf dat eigenrisicodrager is voor de WIA. Rechtbank Limburg, die zich in eerste aanleg over de zaak heeft gebogen, wordt door de Raad gevolgd in haar oordeel dat in de Wet WIA een grondslag om voorschotten toe te rekenen aan een eigenrisicodrager ontbreekt. Wat wel belangrijk in deze zaak is is dat deze uitspraak zich richt op casuïstiek van voor 1 januari 2022. Op die datum ging een aanpassing van de Wet WIA in met een aanvulling van artikel 84.
In het hoger beroep werd door UWV aangevoerd dat uit de wetsgeschiedenis van de Verzamelwet SZW 2022 blijkt dat de wetgever van mening is dat de bevoegdheid om voorschotten aan de eigenrisicodrager toe te rekenen en op hem te verhalen ook voor 1 januari 2022 volgt uit artikel 83 lid 1 Wet WIA. Voor de juistheid van het standpunt, dat de bevoegdheid om voorschotten aan eigenrisicodragers toe te rekenen reeds volgde uit artikel 83 lid 1 Wet WIA, heeft de Raad geen aanknopingspunten gevonden.
Uitspraak: ECLI:NL:CRVB:2023:316