Een rechter van Rechtbank Limburg heeft het beroep van een verzekerde (klant van UWV) gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd. UWV had tijdens de beroepsfase ten onrechte aangegeven dat de uitlooptermijn van de WGA-loonaanvullingsuitkering op twee maanden na de beslissing op bezwaar is vastgesteld terwijl dit conform artikel 60 lid 3 WIA 24 maanden had moeten zijn. Daarmee staat volgens de rechtbank vast dat er aan het bestreden besluit een gebrek kleeft.
Met betrekking tot de aangevoerde beroepsgrond werd de man in het ongelijk gesteld. Volgens de rechtbank is het arbeidsongeschiktheidspercentage juist vastgesteld en zijn de medische rapporten zorgvuldig tot stand zijn gekomen. De rechtbank vindt ook dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende heeft uitgelegd waarom niet meer of andere beperkingen zijn aangenomen.
Omdat het beroep gegrond is verklaard kent de rechtbank hem een door UWV te betalen proceskostenvergoeding toe.
Uitspraak: ECLI:NL:RBLIM:2022:7227