Niet meewerken aan re-integratie is niet verstandig. Daar heb ik al vaker over geschreven. Toch komt het geregeld voor dat werknemers zich om verschillende redenen niet aan hun plichten houden en dat kan vervelend uitpakken. Zo ook dit keer. Een rechter van de Rechtbank Rotterdam heeft onlangs een arbeidsovereenkomst ontbonden omdat een zieke werknemer zich niet aan de regels hield door niet mee te werken aan zijn re-integratie. Dat de man mantelverzorger van zijn moeder is ontslaat hem niet van zijn re-integratieplicht.
In deze zaak draait het om een man die sinds 2018 in dienst is bij de Gemeente Rotterdam. Na een eerdere ziekmelding en gedeeltelijk herstel meldt hij zich in september 2021 volledig ziek. Hij verschijnt daarna niet op afspraken met leidinggevenden waarna de werkgever besluit om een loonopschorting toe te passen. Hierover ontvangt de werknemer een brief met daarnaast de melding dat hij wordt uitgenodigd voor een gesprek met een HR-adviseur op een bepaalde datum. Voor diezelfde dag staat ook een afspraak met een bedrijfsarts gepland. Op beide afspraken verschijnt de man niet.
Passende arbeid
Een kleine anderhalve week later is hij wel aanwezig op het spreekuur van de bedrijfsarts. Die oordeelt dat de werknemer kan re-integreren voor de volledige arbeidsomvang en dat hij aangepaste taken kan uitvoeren. Dit kunnen taken uit het eigen of ander werk zijn. De werknemer geeft na een gesprek met een leidinggevende aan niet te kunnen werken en geen passende arbeid te zullen verrichten. Ook laat hij weten dat hij mantelzorgtaken voor zijn moeder verricht.
Enkele dagen later meldt de werknemer dat hij bereid is om te re-integreren in passende arbeid en verschijnt hij op zijn werk. Een leidinggevende ziet twintig minuten later dat hij een PC van tafel duwt en dat hij zonder opgaaf van reden is vertrokken.
Niet lang daarna ontvangt de werknemer een sommatie van zijn werkgever om mee te werken aan zijn re-integratie en wat de gevolgen zijn als hij dat niet doet. Daarnaast krijgt hij een serieuze waarschuwing voor het bewust op de grond laten vallen van een PC. De man reageert niet en verschijnt voor de zoveelste keer niet op de in de brief aangegeven datum op zijn werk.
Deskundigenoordeel
De werkgever vraagt vervolgens een deskundigenoordeel aan bij UWV om te beoordelen of de man aan zijn re-integratieverplichtingen voldoet. UWV schrijft in zijn oordeel: “De werknemer was dus op de datum in het geding medisch gezien in staat om (aangepaste) werkzaamheden te verrichten. Door niet op de werkplek te verschijnen komt de werknemer zijn verplichtingen in het kader van re-integratie niet na.” en “De re-integratie-inspanningen van de werknemer zijn onvoldoende.”
Ontslagprocedure
Voor de werkgever is de maat vol. Zij stapt met het deskundigenoordeel op zak naar de kantonrechter met het verzoek om de arbeidsovereenkomst tegen de kortst mogelijke termijn te ontbinden wegens ernstig verwijtbaar handelen of nalaten en geen transitievergoeding toe te wijzen.
De werknemer vraagt op zijn beurt aan de rechter om de arbeidsovereenkomst voort te laten duren omdat er sprake is van een moeizame gezondheids- en thuissituatie. Zo levert hij mantelzorg aan zijn moeder met de ziekte van Parkinson en Alzheimer en is er verder niemand die voor haar kan zorgen. Door de thuissituatie en zijn persoonlijke omstandigheden ervaart hij langere tijd toenemende gezondheidsklachten.
Oordeel rechter
De rechter ontbindt de arbeidsovereenkomst en stelt dat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten. Zodanig dat van de Gemeente Rotterdam niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Dit maakt dat ze ook geen transitievergoeding aan de man verschuldigd is.
De rechter merkt op dat het verlenen van mantelzorg aan zijn moeder bewonderenswaardig is maar dat dit geen reden mag zijn om – zoals de man heeft gedaan – het verrichten van passende arbeid te weigeren en daarmee zijn re-integratieverplichting niet na te komen.
Uitspraak: ECLI:NL:RBROT:2022:6072