Werkende partners met een laag inkomen maken veel minder gebruik van het wettelijk geregelde aanvullend geboorteverlof voor partners. Dat blijkt uit een evaluatie die minister Karien van Gennip (SZW) onlangs naar de Tweede Kamer stuurde. In huishoudens met een gezamenlijk inkomen van meer dan €4.000 netto per maand, werd het aanvullend geboorteverlof door 85 procent van de partners opgenomen. In huishoudens met een gezamenlijk inkomen lager dan €4.000 netto per maand was dit 63 procent van de partners. Partners die geen gebruik van de regeling maakten gaven als belangrijkste reden dat ze dit financieel niet konden dragen.
Door fiscale regels is de inkomensdaling bij lagere inkomens groter. Mensen met een lager inkomen vallen zo’n 30 procent terug, terwijl hogere inkomens er netto minder op achteruitgaan. Het nadeel is het grootst bij mensen met een inkomen rond het minimumloon.
Vakbond FNV is niet blij met deze ontwikkeling en stelt dat deze vorm van verlof voor iedereen toegankelijk moet zijn. De vakbond roept de minister op om het aanvullende geboorteverlof voor partners volledig door te betalen.
Al voor de invoering van de verlofregeling waren er zorgen over de uitwerking bij mensen met lage inkomens. Naast de vakbonden waarschuwde ook de Raad van State voor het risico dat ouders met de laagste inkomens minder gebruik zouden maken van de regeling vanwege het inkomensverlies.