Weblog

WIA-uitkering? Zo zit het met je inkomen als je (niet) werkt of weer gaat werken
WIA-uitkering? Zo zit het met je inkomen als je (niet) werkt of weer gaat werken

Wie gaat werken naast een WIA-uitkering krijgt te maken met een gedeeltelijke verrekening. Deze verrekening is wettelijk vastgelegd in artikel 52 en artikel 61 Wet WIA. Hoe dit in de praktijk werkt leg ik uit in deze blog.

Het uitgangspunt van de WIA is dat werken moet lonen. Onder welke WIA-regeling je ook valt. De WIA prikkelt vooral mensen die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn om te werken. Doen ze dit niet of onvoldoende dan daalt het inkomen na maximaal 24 maanden (fors). Veel mensen schrikken hiervan: zij zijn in de veronderstelling dat ze gedurende de looptijd van een WIA-uitkering doorlopend recht hebben op 70% van het maandloon. Dit is een veelvoorkomend misverstand.

Inkomen naast WGA 80-100% of IVA

Ben je volledig arbeidsongeschikt op duurzame (IVA) of niet duurzame basis (WGA 80-100%)? Dan mag je alsnog werken en met een deel van de verdiensten je uitkering aanvullen. Er geldt geen wettelijke inkomenseis. Wel is het zo dat als je 12 maanden of langer meer dan 20% van het maatmanloon verdient UWV je arbeidsongeschiktheid opnieuw moet beoordelen. De vraag is in dit geval namelijk of je nog wel 80-100% arbeidsongeschikt bent en recht hebt op deze uitkeringsregeling. Voor mensen met een IVA- of WGA-uitkering op basis van niet duurzame volledige arbeidsongeschiktheid geldt dat UWV 70% van de verdiensten met de uitkering verrekent.

Bovenstaande is tijdelijk – tussen 1 oktober 2022 en 1 oktober 2027 – niet van toepassing op mensen met een IVA-uitkering. Wie naast zijn of haar IVA-uitkering werkt en maximaal 20% van het maatmanloon verdient zal tot oktober 2027 niet worden herbeoordeeld als gevolg van deze inkomsten.

Inkomen naast WGA 35-80%

Wie gedeeltelijk arbeidsongeschikt is en onder de WGA 35-80% regeling valt krijgt te maken met een andere situatie. In eerste instantie heb je recht op een loongerelateerde uitkering (LGU). Deze uitkering duurt minimaal 3 en maximaal 24 maanden en is 70% van het WIA-maandloon. De werkelijke duur van deze uitkering is afhankelijk van het aantal jaren dat je hebt gewerkt. Voor de eerste tien jaar van het arbeidsverleden geldt dat je recht hebt op één maand uitkering per gewerkt jaar. Voor ieder gewerkt jaar na 1 januari 2016 heb je nog recht op een halve maand uitkering per gewerkt jaar. Voor ieder gewerkt jaar vanaf tien jaar maar voor 1 januari 2016 geldt ook één jaar. In sommige gevallen spelen er ook zogeheten fictieve arbeidsjaren mee.

Na de loongerelateerde uitkering krijg je of een loonaanvullingsuitkering (LAU) of een vervolguitkering (VVU). UWV informeert je hier drie en soms zes maanden van te voren over. Welke uitkering je krijgt hangt af van hoeveel je werkt en wat je hiermee verdient.

Er geldt voor mensen met een WGA-uitkering op basis van 35-80% arbeidsongeschiktheid een inkomenseis. De wettelijk vastgelegde eis is dat je tenminste 50% van de door UWV vastgestelde restverdiencapaciteit benut door te werken. Zodra je 50% of meer van je restverdiencapaciteit benut heb je recht op een loonaanvullingsuitkering. Wat jouw restverdiencapaciteit is vind je terug in de arbeidsdeskundige rapportage die je van UWV hebt ontvangen.

Er zijn twee soorten loonaanvullingsuitkeringen: LAU1 en LAU2. Van LAU1 is sprake als je 100% of meer van je restverdiencapaciteit benut door te werken. Dit is formeel twee keer de inkomenseis. De formule die hier bijhoort is vastgelegd in artikel 61 Wet WIA: 70% x (A-B x C/D). In deze formule staat A voor het WIA-maandloon, B voor het inkomen per kalendermaand, C voor het (gemaximeerde) dagloon en D voor het ongemaximeerde dagloon. Om het je makkelijk te maken hanteer ik deze formule: 70% x (WIA-maandloon – totaal verdiensten per maand).

Voorbeeld:
Marieke heeft een brief van UWV gehad. Daarin staat dat ze een WGA-loonaanvullingsuitkering krijgt. Marieke verdient met haar werk €1482 euro per maand. Dat is meer dan 100% van haar resterende verdiencapaciteit van €1450. Er is dus sprake van LAU1. Marieke’s WIA-maandloon is €2460.

UWV berekent haar inkomen op de volgende manier: 70% van het WIA-maandloon (€2460) min 70% van wat ze verdient (€1482) = €1722 min €1037,40 = €684,60. Hier worden de verdiensten bij opgeteld (€1482). Het inkomen van Marieke wordt dus €684,60 + €1482 = €2166,60. Hoe meer Marieke gaat werken hoe hoger haar inkomen. Haar inkomen is nu hoger dan het bedrag dat ze kreeg tijdens de loongerelateerde uitkering (€1722).

Dan LAU2. Van deze regeling is sprake als je werkt en tussen de 50% en 100% van je restverdiencapaciteit benut. Hiervoor geldt een andere formule die we terug kunnen vinden in het 4e lid van artikel 61 Wet WIA. Deze formule is (versimpeld): 70% x (WIA-maandloon – 100% restverdiencapaciteit).

Voorbeeld:
Marieke heeft een brief van UWV gehad. Daarin staat dat ze een WGA-loonaanvullingsuitkering krijgt. Marieke verdient met haar werk €860 euro per maand. Dat is meer dan 50% (maar minder dan 100%) van haar resterende verdiencapaciteit van €1450. Er is dus sprake van LAU2. Marieke’s WIA-maandloon is €2460.

UWV berekent haar inkomen op de volgende manier: 70% van het WIA-maandloon (€2460) min 70% van de restverdiencapaciteit (€1450) = €1722 min €1015 = €707. Hier worden de verdiensten bij opgeteld (€860). Het inkomen van Marieke wordt dus €707 + €860 = €1567. Hoe meer Marieke gaat werken hoe hoger haar inkomen. Maar ze is er ten opzichte van haar WGA-loongerelateerde uitkering wel op achteruit gegaan. Haar inkomen daalde van €1722 naar €1567.

Het recht op de loonaanvullingsuitkering duurt in principe totdat je de AOW-gerechtigde leeftijd hebt bereikt. Voorwaarde is dus wel dat je minimaal 50% van je restverdiencapaciteit benut.

Verdien je twaalf maanden meer dan 65% van je maatmanloon? Dan wordt de WIA-uitkering beëindigd. Zij kan binnen vijf jaar ‘herleven’ als je vanwege dezelfde ziekteoorzaak waar je eerder een WIA-uitkering voor kreeg opnieuw meer dan 35% arbeidsongeschikt raakt.

WGA 35-80% zonder inkomsten

Ben je gedeeltelijk arbeidsongeschikt, eindigt jouw loongerelateerde uitkering en benut je minder dan 50% van je restverdiencapaciteit? Dan daalt je uitkering (fors). Je krijgt dan namelijk geen loonaanvullingsuitkering maar een vervolguitkering. Hieronder zie je het percentage van het minimumloon dat bij een bepaald arbeidsongeschiktheidspercentage (AO) hoort.

  • 0-35% AO / 0% (geen WIA-recht)
  • 35-45% AO / 28% van het minimumloon
  • 45-55% AO / 35% van het minimumloon
  • 55-65% AO / 42% van het minimumloon
  • 65-80% AO / 50,75% van het minimumloon

Met een vervolguitkering daalt je inkomen tot onder het sociaal minimum. Om dit aan te vullen kan UWV op basis van de Toeslagenwet een toeslag verstrekken. Hier gelden wel enkele regels voor, zo is er bijvoorbeeld een partnertoets. Het inkomen van een partner is dus van invloed op de toeslag. Ook kan het zijn dat je totale inkomen – zelfs met een toeslag – nog steeds lager is dan het sociaal minimum. In dat geval kan je bij de gemeente een aanvraag doen voor aanvullende bijstand, maar let op: hiervoor geldt wel een vermogenstoets. Realiseer je dus – zeker als je in het verleden een goed inkomen had – dat je inkomen behoorlijk zal dalen zolang je niet minimaal 50% van je resterende verdiencapaciteit benut door te werken.

Voorbeeld:
Frank heeft een half jaar geleden een WIA-uitkering gekregen en verdiende voordat hij ziek werd €1968. Volgens de arbeidsdeskundige heeft hij een restverdiencapaciteit van €1140 en is hij dus 42% arbeidsongeschikt. Frank heeft nog geen baan gevonden en ontvangt een brief van UWV. Daarin staat dat zijn loongerelateerde uitkering binnenkort stopt en dat hij een vervolguitkering krijgt omdat hij 0% (minder dan 50%) van zijn restverdiencapaciteit verdient.

De vervolguitkering van Frank is gebaseerd op 42% arbeidsongeschiktheid en is dus 28% van het minimumloon (in 2023 €1934,40). Zijn uitkering bedraagt binnenkort 28% van €1934,40, te weten €541,63 bruto. Frank zal een beroep moeten doen op de Toeslagenwet. Zolang Frank niet werkt zal zijn inkomen dus behoorlijk laag zijn.

Bonussen

Voor uitkeringsgerechtigden met een WIA-uitkering geldt ook dat een bonus of een uitkering bij een dienstjubileum voor 70% moet worden verrekend. Een uitzondering geldt voor een 25-jarig of 40-jarig dienstjubileum. Voorwaarde is dat de jubileumuitkering niet hoger is dan één maandloon.

Vrijwilligersvergoeding

Doe je vrijwilligerswerk naast je uitkering? Dan wordt deze niet verrekend als je per uur niet meer dan €5 krijgt en per maand niet meer dan €190 (met een limiet van €1900 per jaar). Ontvang je meer, dan wordt het hele bedrag verrekend en niet alleen het deel boven de €180. Meer informatie vind je hier.

Inlichtingenplicht

Vergeet niet om inkomsten aan UWV door te geven. Dit moet je zo snel mogelijk doen (uiterlijk binnen zeven dagen). Doe je dit niet dan schend je de wettelijke inlichtingenplicht (artikel 27 Wet WIA) en kan UWV een sanctie opleggen (de uitkering wordt enkele maanden gekort). Als UWV als gevolg van het schenden van de inlichtingenplicht financieel benadeeld is kan hij een bestuurlijke boete opleggen en uitkering terugvorderen. Dit risico zou ik niet nemen.

Was dit artikel nuttig voor je?

Dankjewel voor je mening!

TAGS

Deel dit artikel

Selwyn Donia

Selwyn Donia

Veelzijdige en bevlogen ondernemer @ Mensar | mens & arbeid • Kennispartner & -deler • Mens en arbeid • Eerste hulp bij (ziekte)verzuim, re-integratie, arbeidsongeschiktheid en sociale zekerheid(srecht)
Selwyn Donia

Selwyn Donia

Veelzijdige en bevlogen ondernemer @ Mensar | mens & arbeid • Kennispartner & -deler • Mens en arbeid • Eerste hulp bij (ziekte)verzuim, re-integratie, arbeidsongeschiktheid en sociale zekerheid(srecht)

Wellicht vind je dit ook interessant