Wie een WW-, WIA- of Ziektewetuitkering krijgt heeft op grond van de inlichtingenplicht de plicht om alles wat invloed is op het inkomen uit eigen beweging te melden aan UWV. Wie dit niet doet riskeert de kans op een beëindiging van de uitkering, een terugvordering en een bestuurlijke boete. In deze blog bespreek ik een recente uitspraak van de Rechtbank Amsterdam.
Thuisprostitutie
Een vrouw ontvangt na een periode een WW-uitkering te hebben gehad een Ziektewetuitkering. Die wordt op 8 mei 2020 beëindigd omdat de vrouw hersteld is voor arbeid. Diezelfde dag ontvangt UWV een anonieme melding dat de vrouw vanuit huis werkt als prostituee. UWV onderzoekt de zaak en stelt dat de vrouw per 23 april 2020 geen recht had op een Ziektewetuitkering en ook geen recht had op een WW-uitkering. UWV confronteert de vrouw vervolgens met een bestuurlijke boete bij normale verwijtbaarheid van €2.255,04 wegens het schenden van de informatieplicht. Ook vordert het zo’n €4500 euro aan teveel ontvangen uitkering terug.
De vrouw is het er niet mee eens en tekent bezwaar aan, maar die wordt ongegrond verklaard. Hierop gaat ze in beroep bij de bestuursrechter in Amsterdam.
Standpunten
Volgens UWV is duidelijk gebleken dat de vrouw werkzaamheden als thuisprostituee heeft verricht tijdens de periode dat ze een WW- en Ziektewetuitkering ontving. Dit valt onder andere op te maken aan betalingen die zij deed aan de website Kinky.nl voor het plaatsen van advertenties. Ze heeft het standpunt dat iemand anders ongemerkt de afschrijvingen van haar bankrekeningen heeft gedaan niet aannemelijk kunnen maken.
Verder is volgens UWV gebleken dat er op de bankrekeningen van de vrouw betalingen van diverse mannen zijn ontvangen met onder andere omschrijvingen zoals ‘drankjes’, ‘lunch’, ‘boodschappen’, ‘liefdadigheid’, ‘bijdrage’, ‘kaartje’ en ‘pizza’. Volgens de vrouw hebben deze betalingen te maken met verkopen via Marktplaats, maar ze heeft dit niet kunnen bewijzen.
Oordeel rechter
Naar het oordeel van de rechtbank heeft UWV voldoende aannemelijk gemaakt dat de vrouw werkzaam was als thuisprostituee in de periode dat zij een uitkering genoot. Aangetoond is dat ze wekelijks en soms dagelijks credits kocht op de website Kinky.nl om haar advertentie omhoog te pushen. Daarnaast zijn er in de betreffende periode regelmatig bedragen van met name tussen de €50 en €150 van mannen bijgeschreven op de bankrekeningen van de vrouw. Het betrof uitsluitend ronde bedragen, waarvan niet aannemelijk is dat ze daadwerkelijk betrekking hebben op de gebruikte beschrijvingen zoals bijvoorbeeld ‘pizza’ (€150), ‘kaartje’ (€90) of ‘drankjes’ bij bijschrijvingen van €150 en €90. Afgaande op de samenhang van alle onderzoeksgegevens van UWV is het naar het oordeel van de rechtbank voldoende aannemelijk dat ze de werkzaamheden in de thuisprostitutie heeft verricht en het uitkeringsinstituut heeft benadeeld.
Doordat de vrouw geen inzage kan geven in de door haar verrichte activiteiten als thuisprostituee en geen stukken heeft overgelegd waaruit op verifieerbare wijze de omvang van haar werkzaamheden blijkt, is het voor UWV niet mogelijk de omvang van de door haar gewerkte uren in deze periode vast te stellen of een beredeneerde schatting te maken. Dit maakt dat UWV volgens de rechtbank dan ook terecht tot intrekking van de WW-uitkering en weigering van de Ziektewetuitkering is overgegaan.
Tot slot blijft ook de bestuurlijke boete wegens het schenden van de inlichtingenplicht in stand. UWV heeft volgens de rechtbank duidelijk aangetoond dat deze plicht is geschonden.
Uitspraak: ECLI:NL:RBAMS:2021:4654