Zieke werknemers die (naar alle waarschijnlijkheid) niet meer kunnen terugkeren in hun oude (aangepaste) functie moeten conform de wet ondersteund worden bij het vinden van passend werk buiten de eigen organisatie. Hiervoor zetten werkgevers meestal re-integratiebedrijven of zelfstandige re-integratiecoaches in. Het uitbesteden van deze re-integratie-activiteiten wil echter niet zeggen dat je als werkgever achterover kunt gaan leunen. In deze blog leg ik uit waarom het verstandig is om een tweede spoor traject te monitoren en waar je op moet letten als je een nogal kostbare loonsanctie wilt voorkomen.
Tweede spoor
Op basis van de Wet verbetering poortwachter moet een zieke werknemer die niet meer bij zijn eigen werkgever kan blijven werken een re-integratietraject in spoor twee volgen. Over het verschil tussen spoor een en spoor twee kun je hier meer lezen. Re-integratie in spoor twee moet maximaal in de 58e ziekteweek worden opgestart maar eerder mag ook als duidelijk is dat dit wenselijk en nodig is. Een bedrijfsarts of arbeidsdeskundige kan je hier meer over vertellen.
Een tweede spoor traject is niet vrijblijvend, niet voor de werknemer en niet voor de werkgever. UWV toetst bij een eventuele WIA-aanvraag namelijk het resultaat en indien nodig de re-integratie-inspanningen. Is UWV niet tevreden over het resultaat of de inspanningen, dan legt het een loonsanctie op aan de werkgever die maximaal 52 weken duurt. Ook al heb je de re-integratie van een werknemer uitbesteed, de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid ligt te allen tijde bij jou als werkgever.
Aandachtspunten
De meeste werkgevers doen hun uiterste best als het gaat om het re-integreren van zieke werknemers en houden zich aan de (strenge) regels. Er worden keurig trajecten ingekocht en indien nodig wordt er scholing ingezet. Verder laat menig werkgever het over aan de re-integratiebegeleider en daar kan een probleem ontstaan. Als de rapportages die je van een re-integratiebedrijf krijgt namelijk onvoldoende concreet zijn riskeer jij alsnog een loonsanctie. Trek je dus niet volledig terug en controleer altijd de rapportages van het re-integratiebedrijf.
Hieronder vind je een overzicht van aandachtspunten die belangrijk zijn. Het ontbreken van of niet concreet genoeg zijn van deze punten in de rapportages die je ontvangt levert volgens deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep terecht een loonsanctie van UWV op.
- De werknemer is uitgelegd en gevraagd om stappen richting de arbeidsmarkt te zetten en te solliciteren naar passende functies die aansluiten op het zoekprofiel.
- Aangetoond kan worden dat de werknemer dit ook daadwerkelijk doet, bijvoorbeeld door een overzicht van sollicitatieactiviteiten.
- Er wordt concreet vastgelegd hoe en of de werknemer is begeleid bij het solliciteren naar passende functies en welke activiteiten zijn ondernomen om dit mogelijk te maken.
- Er wordt concreet vastgelegd wat passende soorten werk zijn.
- In de rapportages is terug te vinden of er vacatures zijn die aansluiten op het zoekprofiel en waar die vacatures zijn.
Ontbreken bovenstaande punten in rapportages die je van een re-integratiebedrijf krijgt of zijn ze niet concreet beschreven? Ga dan in gesprek met de re-integratiebegeleider en zorg dat de rapportages aan bovenstaande punten voldoen. Hiermee kun je voorkomen dat UWV je bij de WIA-aanvraag een loonsanctie oplegt omdat het ontbreekt aan een concrete invulling van het traject.
Tip!
Wil je meer weten? Bekijk dan de Beleidsregels beoordelingskader poortwachter. Hierin staan o.a. de toetsingscriteria die UWV toepast bij het beoordelen van de re-integratie.