Een WW-, Ziektewet- en WIA-uitkering wordt berekend op basis van het SV-loon (sociale verzekeringsloon) en niet op basis van het bruto- of nettoloon. Dit betekent dat de door een werkgever betaalde pensioenpremie buiten beschouwing wordt gelaten bij het berekenen van het dagloon. Regelmatig is dit een punt van discussie en niet zelden worden dit soort gevallen voor de rechter gebracht. Onlangs mocht de Centrale Raad van Beroep zich hier ook weer over buigen. Een man was het namelijk niet eens met de berekening van UWV met betrekking tot het vastgestelde WW-dagloon. Na een verloren bezwaar- en beroepsprocedure stapt hij naar de Centrale Raad van Beroep.
j. bedragen die worden ingehouden: 1°. als bijdrage ingevolge een pensioenregeling; (…)
Artikel 11, eerste lid, aanhef en onder j, sub 1, van de Wet op de loonbelasting 1964
WAT IS ER AAN DE HAND…
De man is het niet eens met de berekening van UWV met betrekking tot het vaststellen van het dagloon dat behoort bij zijn WW-uitkering. Hij stelt dat de door zijn werkgever betaalde pensioenpremie mee moet tellen voor het vaststellen van het dagloon. Het UWV ziet dit anders en stelt zich op het punt dat betaalde pensioenpremies niet vallen onder loonbegrip, zoals dat wordt gehanteerd bij de uitvoering van de sociale verzekeringswetten. Daarom wordt de betaalde pensioenpremie niet meegenomen bij het berekenen van de uitkering.
OORDEEL RECHTER
De man wordt door de Raad in het ongelijk gesteld. Het UWV heeft de berekening correct uitgevoerd. De rechter stelt daarnaast dat er over de betaalde pensioenpremie geen WW-premie is betaald waardoor dit deel niet verzekerd is. Ook slaagt het beroep van de man op Verdrag 102 betreffende minimum-normen van sociale zekerheid van 28 juni 1952 – de zogenoemde ILO-conventie 102 – niet. Tot slot voert hij aan dat hij wordt gediscrimineerd ten opzichte van werknemers met een gelijk brutosalaris bij wie andere (lagere) pensioenpremies werden ingehouden op het loon. Hiervoor doet hij een beroep op artikel 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en artikel 1 van het Twaalfde Protocol bij het EVRM. Ook dit beroep slaagt niet. De rechter motiveert dit door aan te geven dat voor alle WW-gerechtigden geldt dat er geen WW-premie is berekend over de ingehouden pensioenpremies en dat de hoogte van de pensioenpremies niet meetelt voor de berekening van de uitkering. Hij wordt op alle punten in het ongelijk gesteld.
Uitspraak: ECLI:NL:CRVB:2020:2216