Ben je jonger dan 27 jaar en heb je geen inkomen? Dan kun je onder bepaalde voorwaarden terugvallen op een bijstandsuitkering. Hoe het precies zit lees je in deze blog.
De bijstand is het sluitstuk van onze sociale zekerheid en valt onder de Participatiewet. De regeling verleent financiële bijstand aan mensen die onvoldoende middelen hebben om in hun levensonderhoud te voorzien. Een bijstandsuitkering (algemene bijstand) is maximaal 100% van het netto minimumloon, dit is de algemene bijstandsnorm.
Ook jongeren doen met enige regelmaat een beroep op algemene bijstand. Voor hen is de regeling echter strenger. De wetgever stelt namelijk dat jongeren onder de 27 jaar behoren te werken of studeren. Jong in de bijstand terechtkomen is meestal geen goed voortekenen en dit wil onze overheid zoveel mogelijk voorkomen.
WACHTTIJD
Op grond van artikel 41 lid 4 PW geldt voor jongeren tot 27 jaar een wachttijd van vier weken. In deze vier weken moet je er alles aan doen om aan het werk te raken of om te gaan studeren. Na deze vier weken kun je een bijstandsuitkering aanvragen bij het UWV. Hiervoor moet je als werkzoekende zijn ingeschreven bij het WERKbedrijf (werk.nl). De gemeente mag acht weken doen over de beoordeling van je aanvraag. In de praktijk beslissen gemeenten meestal een stuk sneller: tussen 1-4 weken. Lukt het je niet om zelf werk of een opleiding te vinden, dan kan de gemeente je hierbij helpen.
Het kan zijn dat de gemeente je bijstandsuitkering weigert, bijvoorbeeld omdat je teveel spaargeld hebt of omdat je minimaal een startkwalificatie moet halen (HAVO, VWO of MBO-2 diploma). Ook kan de bijstand worden geweigerd omdat je tijdens de wachttijd te weinig hebt gedaan om aan het werk te raken.
Gemeenten stellen direct na het toewijzen van een bijstandsuitkering een plan van aanpak op waarbij je wordt geholpen naar werk. Je bent verplicht om hier aan mee te werken.
UITKERING EN KOSTENDELERSNORM
Een bijstandsuitkering voor een alleenstaande is per 1 juli 2020 €1059 netto, dit is 70% van de algemene bijstandsnorm. Twee keer per jaar wordt de uitkering opnieuw berekend. Krijg je een bijstandsuitkering toegewezen en woon je samen met iemand die inkomen uit werk of uitkering heeft, dan wordt sinds 2015 de kostendelersnorm toegepast. Dit houdt in dat je minder uitkering krijgt omdat je samenwoont in één huis. Voorwaarde is dat een huisgenoot 21 jaar of ouder is. Hier meer kostendelers, hoe lager de uitkering.
Voorbeelden:
- Ina is 25 en heeft een bijstandsuitkering gekregen. Ze woont samen met Roy, die 32 uur per week werkt bij een uitgever. Ina krijgt in dit geval niet 70% van de algemene bijstandsnorm maar 50% omdat haar vriend Roy inkomen heeft.
- Floris is 24 en heeft een bijstandsuitkering. Hij woont samen met zijn zwangere vriendin Ilja (22) die ook een bijstandsuitkering heeft. In dit geval geldt de kostendelersnorm niet. Zij ontvangen een bijstandsuitkering voor gehuwden (artikel 11 lid 4 Pw) ook al zijn ze niet getrouwd. De gezamenlijke uitkering is 100% van het netto minimumloon.
- Marco is 26 en woont bij zijn moeder. Zij krijgt net als Marco een bijstandsuitkering. Ook het 24-jarige broertje van Marco, Tinus, woont nog thuis. Tinus heeft inkomen uit werk. Omdat ze met zijn drieën samenleven en ouder dan 21 zijn krijgen Marco en zijn moeder allebei 43,33% van de algemene bijstandsnorm.
BIJSTAND IN NATURA
In bepaalde gevallen mag de bijstand in natura verstrekt worden. Bijvoorbeeld als een persoon niet in staat is om verantwoordelijk met geld om te gaan. Hierbij kun je denken aan een verslaafde bijstandsgerechtigde die zijn uitkering direct omzet in drank en drugs. De gemeente kan besluiten om te voorzien in voedsel en kleding.
INLICHTINGENPLICHT
Iedereen die een bijstandsuitkering ontvangt moet de gemeente op de hoogte houden van inkomen en activiteiten. Dit vloeit voort uit de wettelijk vastgelegde inlichtingenplicht (artikel 17 Pw). Je moet hierbij denken aan inkomsten uit bijvoorbeeld een erfenis, werk of een gewonnen prijs. De inlichtingenplicht geldt ook voor het doen van vrijwilligerswerk of bijvoorbeeld het wekelijks oppassen bij een vriendin. Ga je samenwonen? Geef ook dit door aan gemeente. Ik hoef uiteraard niet uit te leggen dat zwartwerken heel onverstandig is en in je hele grote problemen kan brengen!
Kijk uit met vrijwillige activiteiten die geld zouden kunnen opleveren, zoals elke week oppassen bij een vriendin of helpen in de winkel van je zus. Dit kan de gemeente zien als ‘op geld waardeerbare activiteiten’ en die moeten gemeld worden. Simpel gesteld: activiteiten die geld kunnen opleveren maar waar je geen geld voor vraagt kunnen van invloed zijn op de bijstandsuitkering. Zie ook deze uitspraak in een zaak die draaide om een stel dat gratis tattoo’s plaatste en €50.000 moet terugbetalen aan de gemeente omdat ze deze activiteiten niet hadden gemeld.
Kortom: houd je je niet aan de wettelijke inlichtingenplicht, dan kan de gemeente je uitkering korten, stopzetten en in bepaalde gevallen zelfs terugvorderen. Onderschat de inlichtingenplicht niet, want de gevolgen kunnen groot zijn en veel gemeenten treden stevig op. Bij vermoedens van fraude leggen zij huisbezoeken af en maken gebruik van openbare bronnen zoals Facebook en Instagram om fraude op te sporen.
[tds_info]Wie binnen de Participatiewet fraudeert kan worden uitgesloten van de schuldhulpverlening (artikel 3 lid 3 Wet gemeentelijke schuldhulpverlening).[/tds_info]VERPLICHTINGEN
In onze sociale zekerheidswetten staan twee plichten centraal: de inlichtingenplicht en inspanningsplicht. Als je een bijstandsuitkering krijgt heb je dus de plicht om er alles aan te doen om aan het werk te raken of om een opleiding te volgen. Je bent dus verplicht om mee te werken aan onderzoek en scholing. Met betrekking tot werk gaat het om algemeen passende arbeid. Het hoeft dus geen leuk werk te zijn of werk dat aansluit op een gevolgde opleiding. Je mag een functie op VMBO-niveau dus niet weigeren als je in het bezit bent van een HBO-diploma. Iedere vorm van arbeid gaat boven een uitkering, ook als het werk niet aansluit op wens, competenties of scholing. De totale reistijd mag drie uur per dag zijn.
Veel gemeenten ondersteunen hun burgers door het aanbieden van begeleiding of cursussen. Wel investeren veel gemeenten vaak alleen in bijstandsgerechtigden die kansrijk zijn. Het zogenoemde ‘granieten bestand’ – bijstandsgerechtigden met weinig kansen door complexe problematiek, slechte taalbeheersing, geen opleiding etc. – wordt meestal met rust gelaten.
Doe je er te weinig aan om werk te vinden, weiger je passend werk of is de beperkte kans op een baan terug te voeren op je gedrag of persoonlijke verzorging dan mag de gemeente een sanctie opleggen en in bepaalde gevallen de uitkering zelfs beëindigen (artikel 18 lid 4 sub g Pw). Zo blijkt uit een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep dat een vrouw die tijdens een werktraining weigerde om haar niqaab af te doen terecht is gekort op haar uitkering. Zij belemmerde door het ophouden van de niqaab haar re-integratie en kansen op werk en legt hierdoor onnodige druk op publieke middelen. Er was in deze zaak geen kwestie van schending van artikel 9 van het EVRM, te weten schending van de vrijheid van geweten, gedachte en godsdienst.
De gemeente kan je vragen een tegenprestatie te leveren. Dit is onbeloond werk dat nuttig is voor de samenleving. Het gaat om tijdelijk werk voor een beperkt aantal uren per week en mag geen normaal betaald werk zijn. Doe je al vrijwilligerswerk? Dan kan de gemeente dit zien als een tegenprestatie. Je mag een tegenprestatie niet weigeren.
ZIEK
Ben je ziek en kun je als gevolg hiervan niet werken? Dan moet je je ziekmelden bij de gemeente. Zij kunnen je laten keuren en eventueel tijdelijk vrijstellen van je re-integratie of arbeidsplicht.
BIJZONDERE BIJSTAND
De algemene bijstand moet in principe voorzien in het volledige levensonderhoud. Hieronder vallen bijvoorbeeld ook verkeersboetes, internet en babyspullen. Onder bepaalde omstandigheden kan de gemeente bijzondere bijstand verlenen, bijvoorbeeld als een wasmachine kapotgaat. Bijzondere bijstand wordt niet verleend als een uitkeringsgerechtigde een lening kan afsluiten (voorliggende voorziening), bijvoorbeeld bij de gemeentelijke kredietbank. Een voorliggende voorziening gaat altijd voor bijzondere bijstand.