Wie bijna 104 weken ziek (lees: arbeidsongeschikt) is kan in aanmerking komen voor een WIA-uitkering. De WIA is een complexe wet en werknemersverzekering die bestaat uit twee regelingen: de WGA en IVA. In deze blog leg ik uit wat de verschillen zijn en hoe dit in de praktijk werkt.
WGA
De meeste mensen die een WIA-uitkering aanvragen en krijgen komen in aanmerking voor een WGA-uitkering. WGA staat voor Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten en kent twee subregelingen:
- WGA 80-100% volledige maar niet-duurzame arbeidsongeschiktheid
- WGA 35-80% gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid
Het uitgangspunt van de WGA is dat er nog arbeidsmogelijkheden zijn of dat die in de toekomst verwacht worden. Een WGA-uitkering kan na maximaal 24 maanden veranderen en fors lager worden. Hoe dit precies zit lees je verder in deze blog.
WGA 80-100%
Eerst sta ik met je stil bij de WGA 80-100%. Van deze regeling is sprake als je op dit moment minder dan 20% van het maatmanloon kunt verdienen maar aangenomen wordt dat jouw belastbaarheid voor arbeid zal toenemen. De uitkering die hier bij hoort is 70% van het WIA-maandloon – de eerste twee maanden 75% – en verandert niet zolang je onder deze regeling valt.
Een WGA-uitkering vormt een probleem bij het aanvragen van een hypotheek. Een WGA-uitkering wordt niet gezien als vast inkomen waardoor het meestal niet mogelijk is om een hypotheek te krijgen.
Er is bij de WGA 80-100% sprake van tijdelijke volledige arbeidsongeschiktheid (ook wel volledige niet-duurzame arbeidsongeschiktheid genoemd). Tijdelijk moet je in dit geval ruim zien. Het kan om enkele maanden gaan of om enkele jaren. Je bent bij deze regeling in ieder geval niet definitief ‘afgekeurd’, wat in de praktijk vaak wordt gedacht. UWV kan na verloop van tijd een herbeoordeling doen die in veel gevallen resulteert in een ander arbeidsongeschiktheidspercentage. Hierdoor kun je bijvoorbeeld worden omgezet naar de WGA 35-80%. Soms is er na een herbeoordeling zelfs sprake van minder dan 35% arbeidsongeschiktheid waardoor het recht op een WIA-uitkering eindigt.
WGA 35-80%
Van de regeling WGA 35-80% is sprake als je gedeeltelijk arbeidsongeschikt bent en meer dan 20% maar minder dan 65% van het maatmanloon kunt verdienen. Voor de WGA 35-80% geldt dat je eerst een loongerelateerde uitkering (LGU) krijgt. Je moet dan wel in de 36 weken voordat je ziek werd minimaal 26 weken hebben gewerkt. Deze uitkeringsregeling duurt minimaal 3 en maximaal 24 maanden en verbruik je altijd volledig. Ook als je omstandigheden tussentijds veranderen. Tegelijk met de loongerelateerde uitkering verbruik je ook het door jou opgebouwde WW-recht. Je zal – als je niet meer werkt – na de loongerelateerde uitkering dus weer opnieuw WW-recht moeten opbouwen want de teller staat op nul. De loongerelateerde uitkering is 70% van het WIA-maandloon (de eerste twee maanden 75%).
Na de loongerelateerde uitkering kom je in aanmerking voor een loonaanvullingsuitkering (LAU) of vervolguitkering (VVU). Je kunt een loonaanvullingsuitkering krijgen als je tenminste 50% van jouw door UWV bepaalde restverdiencapaciteit benut door te werken. Werk je niet of weinig en verdien je hierdoor minder dan 50% van je restverdiencapaciteit? Dan gaat je inkomen fors omlaag. Je krijgt dan namelijk een vervolguitkering. Deze uitkering is niet meer gebaseerd op het WIA-maandloon maar op het minimumloon. Ondanks dat deze uitkering in sommige gevallen aangevuld kan worden met een toeslag op basis van de Toeslagenwet heeft niet of te weinig werken (grote) gevolgen voor je inkomen. Je komt bij een vervolguitkering aangevuld met toeslagen namelijk niet boven het sociaal minimum uit. Sommige mensen moeten zelfs aanvullende bijstand bij de gemeente aanvragen waarvoor een vermogens- en partnertoets geldt.
Voorbeeld
Mirjam heeft negen maanden geleden een WIA-uitkering gekregen en verdiende voordat zij ziek werd €2468 per maand. Volgens de arbeidsdeskundige heeft ze een restverdiencapaciteit van €1240 per maand en is ze 49,76% arbeidsongeschikt in de zin van de Wet WIA. Mirjam valt hierdoor onder de WGA 35-80% regeling. Ze heeft nog geen baan gevonden en ontvangt een brief van UWV. Daarin staat dat haar loongerelateerde uitkering binnenkort stopt en dat ze een vervolguitkering krijgt omdat ze 0% (minder dan 50%) van haar restverdiencapaciteit verdient.
De vervolguitkering van Mirjam is gebaseerd op 49,76% arbeidsongeschiktheid en is 35% van het minimumloon (in 2024 €2069,40 per maand). Haar uitkering bedraagt binnenkort dus 35% van €2069,40, te weten €724,29 bruto. Zolang ze niet of te weinig werkt zal haar inkomen dus behoorlijk laag zijn. Mirjam wordt door deze lage uitkering dus geprikkeld om te gaan werken. Omdat Mirjam alleen leeft kan ze een beroep doen op de Toeslagenwet voor een aanvulling. Zou Mirjam samenwonen met een partner die is geboren na 31 december 1971, dan heeft ze geen recht op een toeslag.
Voor de WGA 80-100% geldt geen inkomenseis. Zolang je omstandigheden niet veranderen blijf je 70% van het WIA-maandloon ontvangen. Ga je weer werken en verdien je 12 maanden meer dan 20% van het maatmanloon? Dan moet UWV het uitkeringsrecht opnieuw vaststellen en overgaan tot een herbeoordeling. In de meeste gevallen wordt de WGA 100-80% omgezet naar WGA 35-80%.
Omzetting 80-100% naar 35-80%
Krijg je een herbeoordeling en wordt jouw WIA-recht van WGA 80-100% omgezet naar WGA 35-80%? Dan krijg je 24 maanden de tijd om tenminste 50% van je restverdiencapaciteit te benutten voordat de omzetting gevolgen heeft voor de hoogte van je uitkering. Deze 24 maanden noemen we de gewenningsperiode. Tijdens deze gewenningsperiode behoud je 70% van het WIA-maandloon. Je hoeft dus niet gelijk aan de inkomenseis te voldoen maar krijgt hier twee jaar de tijd voor. Wel zo prettig!
Private verzekering
Sommige mensen zijn bijverzekerd om financiële problemen te voorkomen als zij in de WIA terechtkomen. Veel verzekeraars bieden extra verzekeringen aan ter aanvulling van een WIA-uitkering. Zo is er de excedentverzekering voor mensen met een hoog inkomen die als gevolg van het gemaximeerde WIA-maandloon meer dan 30% inkomensverlies kunnen hebben. Ook bestaan er zogenoemde WIA-hiaat-, WIA-bodem- en WIA-gatverzekeringen. Deze verzekeringen vullen de uitkering aan. Zij kunnen een zogeheten WIA-krater voorkomen.
IVA
Van de IVA (Inkomensvoorziening Volledig en duurzaam Arbeidsongeschikten) is sprake als je 80-100% arbeidsongeschikt bent en als er geen kans op toename van de belastbaarheid is of als deze kans gering is. Je bent zogezegd duurzaam niet meer in staat om meer dan 20% van het maatmanloon te verdienen. Om dit te beoordelen gebruiken verzekeringsartsen het beoordelingskader ‘Beoordeling van de duurzaamheid van arbeidsbeperkingen’. Voor de IVA geldt dat je tot je pensioendatum 75% van het WIA-maandloon ontvangt, mits je omstandigheden niet veranderen. De IVA kent in tegenstelling tot de WGA geen sollicitatie- en re-integratieplicht.
Je komt niet zomaar in aanmerking voor een IVA-uitkering. De toegang tot deze regeling is door strenge criteria uitgesloten voor mensen bij wie een verbetering van de belastbaarheid wordt verwacht. Als er een meer dan geringe kans op toename van de belastbaarheid is – bijvoorbeeld door therapie of een behandeling – dan is een IVA-uitkering praktisch uitgesloten.
Arbeidsbeperkingen worden duurzaam genoemd als:
- Verbetering van de belastbaarheid is uitgesloten of;
- Verbetering van de belastbaarheid niet of nauwelijks is te verwachten
Tot 2012 bestond er gedurende de eerste vijf jaar een jaarlijkse herkeuringsplicht voor mensen met een IVA-uitkering. Deze herkeuringsplicht is – gezien de strikte regels voor toelating tot de IVA – komen te vervallen. Er bestaat nog wel altijd een mogelijkheid dat je kan worden herbeoordeeld en het komt ook voor dat een IVA-uitkering wordt omgezet naar een WGA-uitkering. Een IVA-status kan maar hoeft dus niet definitief te zijn. In veruit de meeste gevallen is hij dat wel.
WGA en de sollicitatieplicht
Formeel en op grond van artikel 30 Wet WIA heb je bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid de plicht om werk te zoeken dat aansluit op je mogelijkheden. Er geldt een formele sollicitatieplicht vanaf het moment dat hij in de re-integratievisie – ook wel werkplan genoemd – is opgenomen. Volgens eerder genoemde wetsartikel ben je ook verplicht om iedere vorm van aangeboden ‘gangbare’ arbeid te accepteren.
UWV – of een (ex-)werkgever die eigenrisicodrager voor de WGA is – zal afspraken met je maken m.b.t. de re-integratie en/of de sollicitatieplicht. Bij UWV volgt hiervoor een gesprek met een werkadviseur of adviseur intensieve dienstverlening, vaak al snel naar de WIA-toewijzing. Eigenrisicodragers schakelen hier een uitvoeringspartner voor in zoals bijvoorbeeld Robidus, HCS of SV-land. Schrik er dus niet van als je wordt opgeroepen om over re-integratie te praten.
Afspraken die hierover met je gemaakt worden vind je terug in jouw persoonlijke werkplan. Het is belangrijk om je aan de gemaakte afspraken te houden. UWV en eigenrisicodragers kunnen bij het niet nakomen van afspraken sancties opleggen zoals bijvoorbeeld het tijdelijk verlagen van je uitkering.