Wie het niet eens is met een besluit van het UWV kan in bezwaar en (hoger) beroep gaan. Geduld is dan een schone zaak. Een volledige bestuursrechtelijke procedure op het gebied van sociale zekerheid die in totaal over 3 instanties (UWV, rechtbank, Centrale Raad van Beroep) wordt uitgesmeerd mag in beginsel niet langer dan 4 jaar duren. Dit wordt aangeduid als redelijke termijn. Bij het overschrijden van het totaal van vier jaar bestaat er recht op een schadevergoeding, mits deze door de belanghebbende wordt geclaimd. Deze vergoeding is €500 per half jaar overschrijding (of naar rato).
Hieronder zie je hoe lang iedere instantie over een procedure mag doen.
Bezwaar UWV | Max. 6 maanden |
Beroep Rechtbank | Max. 1,5 jaar |
Hoger beroep Centrale Raad van Beroep | Max 2 jaar |
Naar mijn weten komt het niet heel vaak voor dat er een schadevergoeding wordt toegekend, maar recentelijk was dit wel het geval. Tijdens een hoger beroepsprocedure bij de Centrale Raad van Beroep in Utrecht – waarin een vrouw in hoger beroep ging tegen het stopzetten van haar WIA-uitkering – werd duidelijk dat de redelijke termijn met achttien maanden was overschreden. De schadevergoeding komt in dit geval voor rekening van de staat, omdat de overschrijding heeft plaatsgevonden in de rechterlijke fase.
Met betrekking tot haar zaak staat de vrouw alsnog met lege handen, haar hoger beroep slaagt niet. Ze heeft geen recht op een WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Ze blijft achter met een schadevergoeding van €1500 en een tegemoetkoming in de proceskosten. Een doekje voor het bloeden.