Met het intreden van de WAB (Wet Arbeidsmarkt in Balans) op 1 januari van dit jaar was het de verwachting dat het makkelijker zou worden om mensen te ontslaan met behulp van de nieuwe ontslaggrond (i-grond). Met deze zogenoemde cumulatiegrond kunnen werkgevers verschillende ontslagredenen opstapelen en de rechter verzoeken om een arbeidsovereenkomst te ontbinden. De eerste jurisprudentie laat zien dat rechters niet heel soepel met ontbindingsverzoeken op basis van de i-grond omgaan. Zo blijkt dat de combinaties en onderbouwingen van gronden die werden aangevoerd onvoldoende waren om de arbeidsovereenkomsten te ontbinden.
Dat twee halve glazen nog geen heel glas vormen valt op te maken uit één van de zaken. Die maakt duidelijk dat minimaal één van de ontslaggronden (bijna) voldragen moet zijn. Dit betekent dat er aan bijna alle eisen van minimaal één ontslaggrond moet worden voldaan om met succes een beroep te doen op de cumulatiegrond. Rechters keken in alle zaken goed naar de onderbouwingen van de ontslaggronden. Tot nu toe werden die niet goed gemotiveerd en toegelicht, wat nadelig uitpakte voor de werkgevers.
Het lijkt erop dat werkgevers het toepassen van de cumulatiegrond bij ontbindingszaken hebben onderschat. Hoe dit in de toekomst gaat uitpakken blijft nog even spannend. De eerste uitkomsten maken in ieder geval duidelijk dat het feitelijk onderbouwen van ontslaggronden een must is om de i-grond met succes toe te kunnen passen. Dat is werkgevers tot nu toe nog niet gelukt.
Hoe het zit met de cumulatiegrond lees je hier.
Uitspraken:
ECLI:NL:RBOBR:2020:1499
ECLI:NL:RBNHO:2020:1036
ECLI:NL:RBOBR:2020:1498