Uitkeringsinstantie UWV heeft terecht de WW-uitkering van een vrouw ingetrokken en haar opvolgende Ziektewet-aanvraag geweigerd nadat zij niet had gemeld te zijn verhuisd naar Hongarije. Dat is de conclusie van de Centrale Raad van Beroep.

In de zaak gaat het om een vrouw, die na een periode een Ziektewet-uitkering te hebben gekregen een WW-uitkering ontvangt. Volgens het UWV is de vrouw weer volledig arbeidsgeschikt. Al snel trekt het UWV de uitkering in met als reden dat ze in Hongarije verblijft, anders dan vanwege vakantie. De vrouw tekent bezwaar aan en stelt dat ze met toestemming naar Hongarije is verhuisd. De vrouw meldt zich vervolgens ziek en beroept zich op een Ziektewet-uitkering. Het UWV weigert deze te verstrekken omdat ze niet verzekerd is voor de Ziektewet.

Toestemming

De vrouw tekent wederom bezwaar aan. Het UWV verklaart deze ongegrond. Het UWV heeft hieraan ten grondslag gelegd dat de vrouw niet meer staat ingeschreven in de basisregistratie personen (brp), dat daarom de WW-uitkering is ingetrokken en dat niet is gebleken dat ze voor haar vertrek naar het buitenland aan het UWV toestemming heeft gevraagd om met behoud van WW-uitkering naar het buitenland te verhuizen en daar naar werk te zoeken.

De vrouw stapt vervolgens naar de rechtbank maar die stelt haar in het ongelijk. De rechtbank is van mening dat de vrouw niet heeft kunnen aantonen dat ze toestemming heeft gevraagd om met behoud van haar uitkering naar Hongarije te mogen verhuizen. Ook is niet gebleken dat ze een speciaal formulier hiervoor (PD U2) heeft aangevraagd.

Beroep

Dan volgt het hoger beroep bij de Centrale Raad. Voorafgaand aan de verhuizing heeft de vrouw samen met haar echtgenoot meerdere keren telefonisch contact gehad met het UWV. Op basis van de telefonisch verstrekte informatie ging de vrouw er dan ook van uit dat zij na de verhuizing gedurende drie maanden de WW-uitkering zou kunnen behouden, onder de voorwaarde dat zij uiterlijk twee weken voor vertrek de verhuizing moest melden. Dit heeft ze gedaan. Ze heeft tegelijk met haar echtgenoot schriftelijk de verhuizing naar Hongarije aan het UWV gemeld. De melding van de echtgenoot werd door het UWV zowel ontvangen en gehonoreerd maar haar melding is kennelijk zoekgeraakt.

Ze vindt het onredelijk dat zij niet door het UWV in de gelegenheid is gesteld om alsnog aan de vereiste formaliteiten te voldoen, mede omdat zij heeft gehandeld volgens de telefonische instructies van het UWV en het risico van het zoekraken van haar melding niet haar schuld is. Ze is dan ook van mening dat zij aan alle voorwaarden voor de export van haar WW-uitkering heeft voldaan.

Na de verhuizing blijkt dat de vrouw niet aan de vereisten voor het meenemen van de WW-uitkering heeft voldaan omdat zij niet in het bezit was van het PD U2-formulier.

Oordeel

De rechter oordeelt dat de vrouw het UWV vóór haar vertrek naar Hongarije van de verhuizing in kennis had moeten stellen en het UWV had moeten vragen om een document waaruit blijkt dat zij het recht op WW-uitkering behoudt onder de daarvoor gestelde voorwaarden, het zogenoemde PD U2-formulier. Dit maakt dat de vrouw niet heeft voldaan aan de voorwaarden om met behoud van WW-uitkering naar Hongarije te vertrekken om daar naar werk te zoeken. Het UWV heeft conform artikel 55, eerste lid, van Vo 987 /2009 niet de bevoegdheid om van die voorwaarden af te wijken. Op grond van de uitschrijving in het brp en het feit dat de vrouw in Hongarije verblijft anders dan vanwege vakantie maakt dat de WW-uitkering terecht is ingetrokken.

Tot slot concludeert de rechter dat de Ziektewet weigering ook terecht is. Dit is het gevolg van het feit dat ze niet voor de Ziektewet verzekerd is. Hieruit volgt dat ook de beroepsgrond van de vrouw dat het UWV had moeten beoordelen of zij vanwege de ziekmelding aanspraak kon maken op een WIA-uitkering, niet slaagt.

Uitspraak: ECLI:NL:CRVB:2019:3580