Een inclusieve arbeidsmarkt met meer kans op betaalde arbeid voor mensen met een arbeidsbeperking lijkt voorlopig nog een utopie. De Participatiewet heeft namelijk nauwelijks impact op baankansen. Dit blijkt uit een onlangs verschenen evaluatie van de Particiaptiewet van het SCP die werd uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
De in 2015 ingevoerde Participatiewet vervangt de Wet werk en bijstand (Wwb), Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en voor een groot deel de Wajong. De wet zou moeten bijdragen aan een inclusieve arbeidsmarkt zodat mensen met arbeidsvermogen, maar met een arbeidsbeperking, meer kans maken op betaalde arbeid. Voor werkgevers zou het makkelijker en overzichtelijker moeten worden om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen. Deze doelstellingen lijken nauwelijks behaald. Zo daalden de baankansen voor mensen die voorheen werkzaam waren in de sociale werkvoorziening.
Bijstandsgerechtigden (dit zijn er ongeveer 440.000) zagen hun baankansen nauwelijks stijgen. De kans op een betaalde baan was voor de invoering van de Participatiewet zeven procent en is met één procent toegenomen. Alleen voor Wajongers stegen de baankansen, maar ze verdienen nu minder en hebben vooral tijdelijk werk.
Verklaring
Hoe komt het dat de Participatiewet zo slecht heeft uitgepakt? Daar zijn een aantal verklaringen voor.
Al jaren wordt er behoorlijk bezuinigd op re-integratie. Gemeenten krijgen minder geld dan het rijk voorheen zelf uitgaf. Volgens Divosa is het re-integratiebudget tussen 2010 en nu flink gedaald, van 4.500 naar 1.500 euro per uitkeringsgerechtigde. Als gevolg hiervan wordt er weinig geïnvesteerd in mensen met een grote afstand tot werk.
Werkgevers lijken nog steeds onvoldoende bekend met de regelingen en instrumenten. Zij weten meestal niet dat ze bijvoorbeeld gebruik kunnen maken van jobcoaches, proefplaatsingen, loonkostenvoordeel en de no-riskpolis.
De wet is iets te opportunistisch ten opzichte van de praktijk. Gemeenten geven bijvoorbeeld aan dat een groot deel van de doelgroep niet binnen afzienbare tijd in staat is om te werken. Ook niet als er re-integratieinstrumenten worden ingezet. Meestal houdt dit verband met gezondheidsklachten. Dit beïnvloedt ook het zoekgedrag van de doelgroep. Een aanzienlijk deel blijkt dan ook niet actief op zoek te zijn naar werk.
Op basis van het SCP-rapport kunnen we concluderen dat de Participatiewet niet heeft opgeleverd wat politiek Den Haag voor ogen had. Voorlopig blijven er nog (te)veel mensen ‘aan de kant’ staan.