Het slapend dienstverband houdt menig werkgever en jurist bezig. Enkele dagen terug heeft een voorzieningenrechter in Arnhem zich wederom over dit onderwerp gebogen met als conclusie: het in stand houden van een slapend dienstverband is in strijd met goed werkgeverschap. Dit betekent dat Menzis een arbeidsongeschikte werkneemster een transitievergoeding van zo’n €45.000 moet uitkeren.
WIA-IVA
De in 1984 in dienst getreden vrouw meldde zich in 2015 ziek als gevolg van een ernstige neurologische aandoening waarbij spieren onwillekeurig samentrekken. Het UWV verklaart de vrouw volledig en duurzaam arbeidsongeschikt waardoor ze sinds 2017 een WIA-IVA uitkering ontvangt. Werkgever Menzis laat het dienstverband in stand, ook al is er geen zicht op verbetering of herstel. De werkneemster heeft Menzis meerdere keren verzocht om de arbeidsovereenkomst op te zeggen onder de toekenning van de transitievergoeding. Menzis heeft haar in verschillende reacties laten weten daartoe niet bereid te zijn.
Pensioen
Omdat de vrouw later dit jaar de pensioengerechte leeftijd bereikt loopt ze een flinke transitievergoeding mis zolang de werkgever de arbeidsovereenkomst slapend houdt. Deze hele situatie geeft haar stress. Ook ervaart ze het dienstverband als volledig inhoudsloos. Daarom spant ze een kort geding aan: ze eist dat de werkgever de arbeidsovereenkomst opzegt en een transitievergoeding van zo’n €46.000 uitkeert.
Principieel bezwaar
Menzis stelt zich op het punt dat als ze last heeft van het dienstverband ze deze zelf kan opzeggen. Hiermee ontloopt de verzekeraar het uitkeren van de transitievergoeding. Ook vindt Menzis dat de transitievergoeding niet bedoeld is voor situaties waarin de arbeidsovereenkomst eindigt vanwege duurzaam volledige arbeidsongeschiktheid van de werknemer. Het principiële bezwaar dat Menzis heeft tegen het betalen van een transitievergoeding aan duurzaam volledig arbeidsongeschikte werknemers wordt verworpen omdat de wetgever ook die categorie werknemers bij opzegging aanspraak op een transitievergoeding geeft.
De werkneemster leeft als gevolg van haar ziekte in een groot (sociaal) isolement en heeft groot belang bij opzegging van de arbeidsovereenkomst omdat zij dan aanspraak heeft op de transitievergoeding. Menzis heeft bij het laten voortbestaan van het dienstverband geen belang.
Goed werkgeverschap
De rechter vindt in dit specifieke geval dat het niet opzeggen en het niet betalen van de transitievergoeding in strijd is met wat van Menzis als goed werkgever verwacht mag worden. De rechtbank veroordeelt de verzekeraar de arbeidsovereenkomst op te zeggen onder toezegging de transitievergoeding van ruim 45.000 euro te zullen betalen.
Uitspraak: ECLI:NL:RBGEL:2019:3440