Heb je je ziek gemeld en vermoed je dat je voorlopig niet kunt werken? Dan ontkom je bij middellang of langdurig verzuim niet aan een arbo- of bedrijfsarts. Ga je na verloop van tijd ziek uit dienst of ben je na twee jaar nog niet hersteld? Dan krijg je te maken met een (verzekerings)arts van UWV. Een vraag die ik vaak krijg is wie er wel en niet mag oordelen over arbeidsmogelijkheden. In deze blog geef ik uitleg.
Bij ziekte of gebrek is het uitsluitend aan een arbo- of bedrijfsarts om te oordelen over arbeidsmogelijkheden. Hij – of zij natuurlijk – is de enige medisch specialist waarvan het besluit leidend is. Bij een WIA- of Ziektewetbeoordeling geldt dat de beoordeling van een verzekeringsarts van UWV leidend is. Dit in tegenstelling tot de landen om ons heen waar ook de huisarts over het wel of niet kunnen werken mag oordelen. In Nederland is gekozen voor een strikte scheiding tussen behandelen en beoordelen.
Dit geldt ook wanneer een arbo-, bedrijfs- of verzekeringsarts van mening verschilt met een huisarts, psycholoog of een andere behandelaar. Wel moet een arbo- of bedrijfsarts goed onderzoek doen en indien nodig medische informatie opvragen bij behandelaars. Dit kun je terugvinden in de Beleidsregels beoordelingskader Poortwachter: “De bedrijfsarts dient na te gaan wat de resultaten zijn van de onderzoeken en behandelingen door de curatieve sector en of daarin voldoende voortgang wordt betracht, en of daar voldoende aandacht wordt besteed aan de mogelijkheden voor arbeid. Zo nodig neemt hij contact op met de behandelend arts(en) of verwijst hij de werknemer zelf naar een specialist.”
In 2018 heeft het gerechtshof in Den Haag een beschikking bekend gemaakt met een verwijzing naar de gedragsregels van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (Artsenfederatie KNMG). Hierin is opgenomen dat een behandelend arts geen oordeel mag geven over beperkingen voor arbeid of de arbeids(on)geschiktheid van een patiënt die onder behandeling van hem of haar staat. Dergelijke oordelen mogen alleen worden afgegeven door een onafhankelijke, deskundige arts arbeid & gezondheid. Kortom: een arbo-, bedrijfs- of verzekeringsarts.
Een arboarts (geen beschermde titel) is een basisarts (soms in opleiding tot bedrijfsarts) en heeft niet dezelfde bevoegdheden als een bedrijfsarts. Hij of zij werkt onder supervisie van een bedrijfsarts die verantwoordelijk is. De titel bedrijfsarts is beschermd en mag alleen worden gevoerd door artsen die een vierjarige medische specialisatie hebben gevolgd op het gebied van arbeid en gezondheid. Ook moet een bedrijfsarts zich iedere vijf jaar opnieuw registreren in het BIG-register. Er is dus een verschil tussen een arbo- en bedrijfsarts.
Niet eens met oordeel
Ben je het niet eens met het besluit van je bedrijfsarts? Dan kun je op basis van de Arbowet een second opinion vragen bij een andere bedrijfsarts die niet werkt bij dezelfde arbo-organisatie. Je kunt ook een deskundigenoordeel bij UWV aanvragen. Ben je het niet eens met het besluit van een verzekeringsarts van UWV? Dan heb je altijd de mogelijkheid om in – bezwaar en beroep – te gaan.